Vorige pagina
De Amsterdamse Canon - De Dappermarkt (2001)


Pepijn Leupen. Dappermarkt, 2006. Hollandse Hoogte, Amsterdam

48. De Dappermarkt (2001)
Willem Alexander en Máxima vereerden in 2001 de Dappermarkt met een bezoek. Ze toonden hiermee hun waardering voor deze typisch Amsterdamse markt, die tegelijkertijd trots is op zijn multiculturele karakter. De Dappermarkt staat symbool voor de wereldstad Amsterdam. Zo’n 170 verschillende nationaliteiten wonen en werken hier inmiddels.

Een stad is geconcentreerde handel: dag in dag uit kopen en verkopen mensen elkaar voedsel en kleding, prullaria en ‘duurzame gebruiksgoederen’, meningen en vermaak. Dit is zo vanzelfsprekend – het is de klassieke functie van de stad – dat het soms over het hoofd wordt gezien. Maar het wordt zichtbaar op de markt – en nergens zichtbaarder dan op de markt, die al een paar keer is uitgeroepen tot de beste markt van Nederland: de Dappermarkt. Deze markt presenteert zich als multicultureel en toch oer-Amsterdams. In 2001 brachten Willem Alexander en Máxima een bezoek aan de markt om hun waardering daarvoor te laten merken.

De Dapperstraat werd, samen met de Ten Katestraat, de Albert Cuypstraat en de Lindengracht, in 1910 door de gemeente tot ‘ventstraat’ bestemd. Zo’n honderd jaar later is op de Dappermarkt te zien hoe de veelbesproken ‘globalisering’ neerslaat, in ruim 250 kramen en een uiterst gemêleerd publiek. Daarmee maakt deze markt ook duidelijk, hoe grondig de samenstelling van de Amsterdamse bevolking zich heeft gewijzigd.

Amsterdam heeft altijd immigranten getrokken. De stad is er groot mee geworden. Tot 1960 kwamen ze vooral uit de landen die Nederland omringden. Daarna waren ze afkomstig uit de voormalige koloniën als Indonesië, Suriname en de Antillen. Politieke vluchtelingen en gelukszoekers uit allerlei windstreken volgden.

Ook kwamen er arbeidsmigranten uit de landen rond de Middellandse Zee. Die laatste waren bewust naar Nederland gehaald om te voorzien in de behoefte aan ongeschoolde arbeid. Hoewel de verwachting was dat hun verblijf tijdelijk zou zijn, bleven veel van deze gastarbeiders voorgoed hier wonen. Vanaf de jaren zeventig lieten ze hun gezinnen overkomen naar Nederland. Ook de tweede generatie zocht zijn huwelijkspartners in het thuisland. Door het relatief hoge geboortecijfer groeide deze migrantengroep snel.

Al deze immigranten brachten hun eigen geschiedenis en cultuur mee. Tegelijkertijd trokken de autochtone Amsterdammers weg naar de doorzonwoning in een Vinexwijk. Amsterdam kreeg een steeds bontere mix inwoners, verspreid over vrijwel alle wijken. Wel is er een grote concentratie Surinamers, Antillianen en Afrikanen in Zuidoost te vinden. Turken en Marokkanen concentreren zich steeds meer in de Westelijke Tuinsteden.

De stad is door de migratie zichtbaar veranderd. Had midden jaren zeventig 5 procent van de totale bevolking een niet-Nederlandse achtergrond, aan het eind van de twintigste eeuw was dat opgelopen tot bijna 40 procent. De meerderheid van de kinderen op de basisschool is inmiddels allochtoon.

Op de Dappermarkt is de verandering in de bevolkingssamenstelling zichtbaar, de nieuwe ‘veelkleurigheid’ van Amsterdam. De markt is in allerlei opzichten ‘een wereldmarkt’, waarin handel en ontspanning met elkaar versmolten zijn en verschillende groepen met elkaar omgaan. Hoewel de contacten oppervlakkig blijven, zijn ze desondanks van groot belang voor het stedelijk klimaat. Daarmee is de Dappermarkt een symbool voor een kernfunctie van de stad.

Met speciale dank aan het Historisch Museum Amsterdam voor het mogen gebruiken van beeldmaterialen en teksten
KLIK HIER
 
 Terug naar de laatste pagina