Vorige pagina
De Amsterdamse Canon - Felix Meritis (1777)


Fotograaf onbekend. Felix Meritis. ca. 1924.
Collectie Stadsarchief Amsterdam
23. Felix Meritis (1777)
Aan de Keizersgracht opende het statige Felix Meritis zijn deuren. Dit genootschap wilde de kunsten en de wetenschappen bevorderen. Een populaire activiteit in het tijdperk van de Verlichting. De stad kende vele kleine en grote, zeer sjieke en laagdrempelige genootschappen waar gelijkgestemde zielen elkaar konden treffen.

In de achttiende eeuw raakte de Verlichting wijdverspreid onder de burgerij. De eerste aanzetten tot de Verlichting waren al in de zeventiende eeuw gegeven door geleerden als Spinoza en de Fransman Descartes, die veel van zijn werken in Amsterdam liet uitgeven. Zij waren ervan overtuigd dat bijgeloof en vooroordelen bestreden konden worden door de rede, door het gebruik van het menselijk verstand te bevorderen. Mensen moesten leren zelf hun oordeel te vormen onder het motto ‘durf te denken!’.

Hiervoor werden overal ‘genootschappen’ opgericht: verenigingen van gelijkgezinden die over hun idealen spraken, maar ook moderne wetenschappelijke proefjes deden, schilderijen beoordeelden en muziek maakten. In Amsterdam richtte in 1777 de horlogemaker, werktuigbouwkundige en tekenaar Willem Writs zo’n vereniging op. Met 39 geestverwanten vormde hij de Maatschappij van Verdiensten, beter bekend als Felix Meritis (Gelukkig door Verdiensten).

De ambities waren hoog. Het genootschap wilde de kunst en de wetenschap bevorderen en had zich daartoe in vijf afdelingen verdeeld: de muziek, natuurkunde, koophandel, letterkunde en tekenkunde. De symbolen daarvan stonden afgebeeld op de gevel van het grote pand dat het genootschap elf jaar later opende aan de Keizersgracht. Elke afdeling had haar eigen ruimte. Er waren een gehoorzaal, een chemisch laboratorium, zalen voor natuurkunde, een tekenzaal en een observatorium in de koepel op het dak. De ovale concertzaal gold als de mooiste van het land. Daar speelde wekelijks het eerste symfonieorkest van Nederland.

Felix Meritis stond bekend als een zeer voorname instelling. Het lidmaatschap was nogal exclusief, alleen bestemd voor de crème de la crème van Amsterdam. Voor iets minder voorname lieden waren er tal van andere sociëteiten, genootschappen, maatschappijen en verenigingen in Amsterdam. Zoals het Genootschap Het Leesmuseum dat in 1800 werd opgericht aan het Rokin. De vierhonderd leden uit de handel en wetenschap deelden er samen een goed voorziene leeszaal.

Hoewel een aantal clubjes vooral diende als gezellige ontmoetingsplek, hadden velen ook een serieus doel. De leden deden allerlei wetenschappelijk onderzoek en debatteerden over de meest uiteenlopende onderwerpen. Vooral in ‘leesgezelschappen’ werd ook gesproken over politieke idealen – daar broeide het verlangen naar een gevaarlijke, nieuwe opvatting: ‘democratie’. De politieke macht, vond men, moest uit handen worden gehaald van de kleine groep die het nu voor het zeggen had, corruptie moest bestreden en er zou een einde moeten komen aan de overheersende positie van de gereformeerde kerk. Kerk en staat moesten duidelijk gescheiden worden.

In de negentiende eeuw, toen veel van deze idealen werkelijkheid waren geworden, stond Felix nog steeds trots aan de Keizersgracht. Vooral de concerten waren geliefd. Dat was de plaats waar de elite elkaar tegenkwam. Joden mochten overigens pas in 1862 lid worden. De eerste die zich aanmeldde, jonkheer A.P. Lopez Suasso, werd overigens geweigerd.

Met speciale dank aan het Historisch Museum Amsterdam voor het mogen gebruiken van beeldmaterialen en teksten
KLIK HIER
 
 Terug naar de laatste pagina