Vorige pagina
De Amsterdamse Canon - Het Algemeen Handelsblad (1828)


Fotograaf onbekend. Algemeen Handelsblad, ca. 1925.
Collectie Stadsarchief Amsterdam
25. Het Algemeen Handelsblad (1828)
Het eerste ‘moderne’ dagblad was het Algemeen Handelsblad. Voor het eerst streefde een krant ernaar om onafhankelijk nieuws te brengen. Het was wel even wennen voor de negentiende-eeuwers.

De belangrijkste krant in Amsterdam was sinds de zeventiende eeuw de Amsterdamsche Courant. Deze werd doorgaans ‘het geeltje’ genoemd, naar de kleur van het papier waarop het blad was gedrukt. De krant verscheen drie keer per week en bevatte de mededelingen van het gemeentebestuur, samen met allerlei advertenties, familieberichten of aankondigingen van evenementen in de stad. De krant was eigendom van het gemeentebestuur. De gemeentesecretaris las van te voren alle artikelen en als iets hem niet beviel, censureerde hij het. Zo verscheen er in 1830 geen enkel artikel over de Belgische Opstand, terwijl dat toch een zeer ingrijpende gebeurtenis was. De zuidelijke provincies maakten zich toen met geweld los van het koninkrijk Nederland, waarna de onafhankelijke staat België ontstond.

Er was echter één krant die daar wel berichten over afdrukte en dat was het Algemeen Handelsblad. Deze krant was in 1828 opgericht door de beursmakelaar Jacob Willem van den Biesen. Hij zou twintig jaar hoofdredacteur zijn. Het grootste deel van het blad bestond uit advertenties, saaie berichten over benoemingen, lijsten van beursfondsen en wisselkoersen; de krant was in de eerste plaats bedoeld voor kooplieden en bankiers. Maar voor het eerst probeerde een krant daarnaast om zo goed en onafhankelijk mogelijk nieuws te verslaan.

Maar nieuws is niet altijd prettig. Toen Van den Biesen op 29 oktober 1830 na de publicatie over de Belgische Opstand weer op de beursvloer verscheen, werd hij aangevallen door een aantal van zijn collega’s: “Vermoordt hem, den schelm, den oproermaker.” Boze handelaren hadden de waarde van hun aandelen zien dalen door de opstand en keerden zich tegen degene die de onaangename waarheid in druk bekend had gemaakt. Van den Biesen ontkwam ternauwernood aan een lynchpartij. Hij zag zich zelfs gedwongen zich uit het Handelsblad terug te trekken en kwam daar pas in 1832 terug.

Geleidelijk kwamen er meer kranten, al hadden ze in het midden van de negentiende eeuw nog een vrij geringe oplage. Die werden volgeschreven door 67 journalisten en daarnaast gevuld door allerlei ‘correspondenties’, berichten van heinde en verre. Dat betekent dat de meeste berichten afkomstig waren van mensen die dit naast hun gewone baan deden: juristen, onderwijzers, dominees en ambtenaren.

Een populair toneelstuk beweerde dat je nog beter kon roken dan een krant inkijken: in het eerste geval bedierf je de tapijten met de walm, in het tweede je karakter door kennis te nemen van al die leugens. Het duurde lang voordat de journalistiek serieus werd genomen en als onmisbaar werd gezien in een goed werkende democratie. Ook daarin heeft het Handelsblad een rol gespeeld, al was het maar door in 1903 een gebouw te betrekken op de Nieuwezijds Voorburgwal dat zowel ernst als elegantie uitstraalde.

Amsterdam heeft van oudsher een belangrijke rol gespeeld als journalistiek centrum. Vooral in de twintigste eeuw zouden er vrijwel alle landelijke kranten worden gemaakt. Een opmerkelijk feit aangezien het politieke centrum van Nederland in Den Haag lag en ligt. Een verklaring hiervoor is dat Amsterdam begin negentiende eeuw kon profiteren van de aanwezigheid van de Beurs – en daarna van de enorme opbloei van de cultuur in de stad. Amsterdam wist zich zo tot de intellectuele en culturele hoofdstad van het land te ontwikkelen.

Met speciale dank aan het Historisch Museum Amsterdam voor het mogen gebruiken van beeldmaterialen en teksten
KLIK HIER
 
 Terug naar de laatste pagina