Vorige pagina
De Amsterdamse Canon - De Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond (1894)


Fotograaf onbekend. Diamantbewerkers, ca. 1900-1925.
Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam
31. De Algemene Nederlandse
       Diamantbewerkersbond (1894)

Binnen de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond kwamen werknemers voor het eerst als één man op voor hun belangen. De ANDB zou het schitterende voorbeeld vormen voor de vakbeweging in Nederland. Langzaam maar zeker veroverden de arbeiders ook de politieke arena. De joodse socialist Henri Polak speelde hierbij een sleutelrol.

Amsterdam kende een bescheiden diamantnijverheid. Deze breidde zich enorm uit toen in Zuid-Afrika grote diamantvelden waren ontdekt: tussen 1870 en 1890 steeg het aantal diamantbewerkers in de stad tot boven de tienduizend. Daarmee was ze een van de grootste takken van nijverheid in de stad.

Kenmerkend voor deze industrie was dat het verwerken van de diamant in een aantal onderdelen plaatsvond. Het ‘snijden’ van de diamant vergde bijvoorbeeld meer vakmanschap dan het slijpen ervan. Bovendien waren de diamantarbeiders naar traditie joods, maar waren er ook ‘christelijke’ werkplaatsen opgekomen. Ondanks deze verschillen werden de diamantwerkers door de handelaren, de juweliers, op gelijke voet uitgebuit.

Daartegen begon verzet te rijzen. Op maandagmorgen 5 november 1894 brak een wilde staking uit op de christelijke fabriek De Drie Fontijne aan de Lijnbaansgracht. Deze breidde zich snel uit, ook naar de joodse fabrieken. In die staking rees de ster van de joodse socialist Henri Polak (1868-1942). Onder zijn leiding werden de onderlinge verschillen overbrugd en gezamenlijk konden de juweliers tot toegeven worden gedwongen. Na deze reusachtige overwinning richtten de arbeiders op 13 november in het Paleis voor Volksvlijt de Algemeene Nederlandse Diamantbewerkersbond (ANDB) op.

Het belang van deze vakbond is moeilijk te overschatten. Voor het eerst kwamen joden en christenen, hoogopgeleiden en ongeschoolden samen op voor hun belangen. De ANDB werd zelfs de belangrijkste vakbond van het land en een voorbeeld voor de hele vakbeweging. De bond beschikte vanaf 1900 ook over een eigen gebouw, ontworpen door H.P. Berlage. ‘De Burcht van Berlage’ kwam aan de Franschelaan te staan (nu de Henri Polaklaan).

In hetzelfde jaar waarin hij de ANDB hielp oprichten, zou Polak ook een van de initiatiefnemers zijn van de landelijke Sociaal-Democratische Arbeiders Partij, de SDAP (voorloper van de PvdA). De SDAP streefde aanvankelijk vooral naar een wettelijke beperking van de arbeidstijd – inclusief een kleine vakantie – en het verwerven van het algemeen kiesrecht. In 1902 werd Henri Polak de eerste sociaal-democraat die in de gemeenteraad werd gekozen.

Op initiatief van Polak werd verder in 1905 het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV) opgericht, voorloper van de huidige Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV). De opkomst van de ANDB, NVV en de SDAP paste in een tijd, waarin verschillende bevolkingsgroepen zich langzaam gingen emanciperen. Zowel de katholieken als de gereformeerden organiseerden zich, daar voegden zich nu ook niet-confessionele arbeiders bij.

Polak streed niet alleen voor politieke rechten en materiële belangen, hij stimuleerde de arbeiders ook om deel te nemen aan de cultuur. In het vakbondsgebouw liet hij een bibliotheek inrichten. Hij hield van muziek en deelde die passie met de leden van zijn beweging. Voor Amsterdam koesterde hij een grote liefde. Hij keerde zich tegen afbraak en verwaarlozing en pleitte voor stadsherstel en monumentenzorg. Op het dieptepunt van de economische crisis in de jaren 1930 getuigde hij nog van zijn ongebroken vertrouwen in Amsterdam: “In schoonheid en welvaart zal onze goede stad leven in lengte van dagen.”

Met speciale dank aan het Historisch Museum Amsterdam voor het mogen gebruiken van beeldmaterialen en teksten
KLIK HIER
 
 Terug naar de laatste pagina