Vorige pagina
De Amsterdamse Canon - Het Lieverdje (1965)


Wim van der Linden. Anti-rookmagiër Robert Jasper Grootveld tijdens
een happening bij 't Lieverdje op het Spui, 1964.
Maria Austria Instituut, Amsterdam. Stadsarchief Amsterdam
45. Het Lieverdje (1965)
Het Lieverdje op het Spui was het middelpunt van de Provo-happenings midden jaren zestig. De jonge anarchisten waren een voorbode van de vele ingrijpende veranderingen die de Amsterdamse samenleving te wachten stond.

In de zomer van 1965 verspreidde zich ‘een milde waanzin’ in Amsterdam. In het oog van deze epidemie bevond zich een klein beeldje op het Spui: het Lieverdje. Het stelde een Amsterdams straatschoffie voor, baldadig maar met een hart van goud.

Dit beeld van Carel Kneulman was dankzij de subsidie van een sigarettenfabriek in september 1960 op het plein geplaatst. Bij de onthulling ervan sprak burgemeester Gijs van Hall de hoop uit “dat dit Lieverdje zeer lang en onbeschadigd op het Spui zal staan”. Hierna speelde de Amsterdamse politiekapel ‘Amsterdam, er is geen stad die aan je tippen kan!’ Al een paar jaar later werd dit beeld het verzamelpunt voor de ‘lastige Amsterdammer’.

In de vroege jaren zestig begon Robert Jasper Grootveld rond Het Lieverdje elk weekend spontane happenings te organiseren. Daarbij protesteerde hij, zelf een stevige roker, tegen de tabaksindustrie en meer in het algemeen tegen de middenstand die nutteloze producten sleet aan een vadsig geworden bevolking. Daaromheen formeerde zich langzamerhand een groep jeugdige anarchisten, onder aanvoering van Rob Stolk en Roel van Duijn. Zij richtten de Provo-beweging op, die sterk de aandacht wist te trekken van de media.

Voor een deel kwam dat door de opzienbarende ‘witte plannen’ van Provo, zoals het ‘witte-fietsenplan’: overal in de stad moesten gratis fietsen beschikbaar zijn. Voor een ander deel was dat te danken aan de vele relletjes. Beschouwden de autoriteiten de Provo-happenings rond het Lieverdje aanvankelijk nog als vrij onschuldig, al snel ontwikkelde zich een patroon van steeds omvangrijker verstoringen van de openbare orde, beantwoord door politiegeweld.

De rellen verhevigden rond het huwelijk van kroonprinses Beatrix met Claus von Amsberg. Deze was net oud genoeg geweest om tijdens de Tweede Wereldoorlog nog in het Duitse leger te hebben gediend, en dus automatisch fout. Ondanks de opstootjes brachten Beatrix en Claus op 3 juli 1965 een kennismakingsbezoek aan de hoofdstad, waarbij Van Hall een beetje verontschuldigend opmerkte dat Amsterdammers van oudsher nu eenmaal ‘lastige mensen’ waren. Zijn typering werd direct als geuzennaam omarmd door alles wat jong en progressief was.

De spanning in de stad kwam in 1966 tot ontlading. Enkele rookbommen in de Raadhuisstraat verstoorden het sprookje van ‘Het Huwelijk’ op 10 maart – wereldwijd uitgezonden op de televisie. En op 13 en 14 juni brak plotseling een grootschalige rel uit, het zogenoemde Bouwvakkersoproer. Dat was begonnen met een protest van vooral communistische bouwvakkers, maar had al snel een veel grotere omvang en spreiding. Door Provo geïnspireerde jongeren gingen meerellen. Bij de onlusten werd onder meer het Telegraafgebouw op de Nieuwezijds Voorburgwal aangevallen, waarbij de politie uren te laat in het geweer kwam. Dit zou tot het ontslag leiden van de hoofdcommissaris en van de burgemeester.

Geleidelijk zou de onrust afnemen. Op 13 mei 1967 werd Provo opgeheven en symbolisch begraven in het Vondelpark. De Provo-beweging heeft slechts kort bestaan, maar haar effect op de samenleving was langdurig. Provo versnelde de aantasting van het traditionele gezag (vooral van de politie, maar ook van de elite meer in het algemeen) én intensiveerde het nadenken over het functioneren van de stad. Amsterdam diende er bijvoorbeeld voor te zorgen dat er voor jongeren en mensen zonder al te veel geld ook woonruimte was. Vooral in de jaren zeventig en tachtig zou deze opvatting leiden tot een omvangrijke kraakbeweging, die zorgde voor een aantal spectaculaire ordeverstoringen, met als hoogtepunt ‘het Kroningsoproer’ op 30 april 1980: Geen woning, geen kroning!

Met speciale dank aan het Historisch Museum Amsterdam voor het mogen gebruiken van beeldmaterialen en teksten
KLIK HIER
 
 Terug naar de laatste pagina