Vorige pagina
De Amsterdamse Canon - De Bijlmermeer: 1968


Monument voor de slachtoffers Bijlmerramp, 2006.
ANP Photo, Rijswijk - Your Captain Luchtfotografie.
46. De Bijlmermeer: 1968
De Bijlmermeer beloofde een stad van de toekomst te worden. Maar al snel na de oplevering begon de buurt in hoog tempo te verloederen. Met de vliegtuigramp in 1992 bereikte de wijk zijn dieptepunt. Door het neerhalen en renoveren van de grote, anonieme flatgebouwen heeft Zuidoost inmiddels een ander gezicht gekregen.

Ondanks de aanleg van de tuinsteden, bleef de woningnood in Amsterdam hoog. Er moest nog meer gebouwd worden. Dat kon in de Bijlmermeerpolder, zij het dat die eigendom was van de gemeente Weesperkarspel. Na enorm veel bestuurlijke problemen mocht Amsterdam daar toch aan het werk: vanaf 1963 werd er zand opgespoten en in december 1966 ging de eerste paal de grond in. Twee jaar later betrokken de eerste bewoners hun zeskamerwoning op Hoogoord 57.

De Bijlmermeer moest een bijzondere wijk worden, een stad van de toekomst. Het ontwerp was van de architect en stedenbouwkundige Siegfried Nassuth. Hij was een leerling van Van Eesteren, die in 1934 het Uitbreidingsplan had gepresenteerd dat Amsterdam zijn Westelijke Tuinsteden gaf. Van begin af aan waren er twijfels over de hoeveelheid hoogbouw die Nassuth had gepland in de Bijlmermeer en de strikte scheiding van wonen, werken, verkeer en recreatie. Het hoofd van de afdeling Stadsontwikkeling, Jakoba Mulder, maakte nog een ander ontwerp. Daarin had ze veel meer laagbouw opgenomen en waren de functies ook meer gemengd. De politiek gaf echter de voorkeur aan het oorspronkelijke ontwerp.

De maquette zag er prachtig uit: 13.000 woningen zouden in honingraatvormige complexen van elf lagen hoog worden gebouwd. De flatwoningen waren bereikbaar via binnenstraten, waaraan gezellige cafeetjes, crèches en gemeenschapsruimten zouden komen. Tussen de betonnen flatgebouwen kwamen grote groene binnenruimtes, met fiets- en voetgangersroutes. Zo konden de kinderen er vrij en veilig spelen. De auto’s hadden eigen wegen die ‘opgetild’ waren – een niveau hoger lagen – en verbonden waren met grote parkeergarages. Boven deze wegen zoefde weer de metro. Onder de viaducten bevonden zich grote winkelcentra.

Ondanks de fraaie idealen ging het echter al vrij snel mis. De Bijlmermeer was bedoeld voor gezinnen uit de middenklasse, die hun bekrompen woning in de stad graag zouden willen inruilen voor luxueus wonen in de toekomst, ook al was de huur een stuk hoger. Maar veel appartementen stonden leeg. De bewoners van de saneringswoningen in de binnenstad kozen liever voor een huis met een tuin in Lelystad of Almere. Door deze leegstand werd de Bijlmermeer een wijk waar immigranten werden ondergebracht. Veel Surinamers vestigden zich hier. Zij kwamen massaal naar Nederland, omdat ze weinig vertrouwen hadden in de toekomst van Suriname, dat in 1975 onafhankelijk werd.

Langzaam maar zeker trad er een negatieve spiraal in werking. Overbewoning en overlast, drugsproblemen en criminaliteit gingen het beeld overheersen. Begin jaren tachtig was het de wijk met de slechtste reputatie van Nederland. En toen stortte er op 4 oktober 1992 een vrachtvliegtuig van El Al neer op de flats Groeneveen en Klein-Kruitberg. Zo’n honderd appartementen werden verwoest. De ramp kostte officieel aan 43 mensen het leven, waarvan 39 op de grond. Of er ook illegale bewoners zijn omgekomen, is niet bekend.

De gemeente besloot de wijk een nieuw gezicht te geven. De helft van de hoogbouw werd vanaf de jaren negentig gesloopt, de middenklasse teruggelokt met koopwoningen (met tuin). Aan de andere kant van de spoorlijn verrezen de Ajax ArenA (1996) en de megabioscoop Pathé ArenA (2000). Geleidelijk keerde iets van trots op ‘de Bijlmer’ terug. Deze keer als de meest multiculturele stad van Nederland, elk jaar feestelijk zichtbaar op het Kwakoe Zomerfestival.

Met speciale dank aan het Historisch Museum Amsterdam voor het mogen gebruiken van beeldmaterialen en teksten
KLIK HIER
 
 Terug naar de laatste pagina